Grotduiken in Frankrijk
In april 2010 is een groep duikers van DIR-NL afgereisd
naar Frankrijk voor een paar dagen grotduiken. Niels Doorduijn was hier
bij en dit is zijn verslag, aangevuld door enkele andere deelnemers.
Trip naar de Franse Lot, april 2010
De Lot blijft trekken en terwijl de rest van Nederland Koningennacht
en -dag viert, reizen we -dat wil zeggen Sander Jansson, Anton van Rosmalen,
Nicolette Folkers, Jeroen Swanink, Robert Leenen, Robert van der Rijst,
Marije Luiten en Niels Doorduijn- naar het zuiden. Arno Mol zou ook meegaan,
maar hij moest verstek laten gaan vanwege werkzaamheden elders.
Jan Mulder en Pieter Hilkemeijer waren al vertrokken op donderdag, waardoor
ze al op de vrijdag konden duiken.
"We rijden op donderdag
en duiken vrijdag in St. George. Dit was een zeer bewuste keuze. Op
basis van de informatie die ze van Chris hadden gekregen in combinatie
met de regen van vannacht en de (matige) weersvoorspellingen zou het
wel eens de laatste dag kunnen zijn dat een leuke duik met redelijk
zicht mogelijk is. De verwachtingen komen uit. Ter plekke ziet het
er nog goed uit, en we besluiten een duik met twee stages (beide gevuld
met EAN32) te maken met als doel een eerder gevonden jump te gaan
verkennen. Het zicht is lokaal duidelijk slechter dan een paar dagen
eerder, maar het hindert de duik verder niet. Wat wel hindert zijn
klaarproblemen van Pieter. Vlak voor het bereiken van de jump en nog
een uur terugzwemmen is het genoeg. Een goede keus, want op de terugweg
moet er nog diverse keren gepauzeerd worden in verband met het moeilijke
klaren. Al met al een erg leuke duik, en die jump wordt de volgende
keer wel verkend.” |
|
- Jan |
We overnachten bij Simon en Martin van de Moulin de Lantouy, waar ook
Matthias Trappeniers en Ineke van Daele van de DIR-NL lijst nog enkele
dagen waren gebleven na een succesvolle GUE Cave1 cursus bij Chris le
Maillot. Hun mobiele vulstation verrichtte dit weekend wonderen!
Zaterdag
Op zaterdag besluiten we om naar Trou Madame te gaan. Een erg mooie
grot, die alleen wat sleepwerk vereist om bij de ingang te komen. Sander,
Anton en Jeroen duiken als team 1, Robert L. en ik als team 2. Het is
een prima, ontspannen duik. We droppen na 45 minuten de stages en gaan
daarna nog een half uurtje verder op backgas. Op 1150 meter van de ingang
komen we het andere team tegen, dat inmiddels op de terugweg is. Vlak
daarna bereiken we een plaats die vrijwel droog staat en keren ook wij
om.
Zondag
Op zondag staat de Ressel op het programma. Nadat alle duikspullen naar
beneden zijn gebracht, lijkt het een ware uitstalling van stages, dubbelsets
en scooters. Met vereende krachten worden alle stages en scooters geparkeerd
aan een paar lijnen in het water, zodat we dat niet hoeven mee te dragen
als we het water in gaan met dubbel 18’s op onze rug. Al direct
blijkt dat één van de scooters van Anton en Sander lekt
en moet die scooter het water uit. Gelukkig is het een magnum, die zijn
lekker licht…
Na wat te hebben gegeten gaan Jan en Pieter als eerste weg, met scooters
naar de 3e T in de grot, een duik van ongeveer 900 meter.
Jeroen, Robert en ik doen het langzamer aan en gaan zwemmend. Volgens
plan droppen we onze zuurstof en 21 meter gas en gaan we op travelgas
naar 30 meter. Daar switchen we naar backgas –voor Robert en Jeroen
is dat TX 15/55 en voor mij TX 18/45– en we bekijken het diepe deel
van de grot. Al zwemmend komen we tot ongeveer 750 meter. De afspraak
was maximaal 20 minuten penetratie in het diepe deel en die tijd is al
snel op. De diepe schacht is fantastisch en het diepe deel van de grot
is groot en gevarieerd. In het totaal hebben we 40 minuten op ongeveer
50 meter diepte doorgebracht en we hebben nog een uur aan deco te doen.
Die verloopt geheel volgens plan; de grot heeft een mooi profiel voor
de geplande stops. Onze totale duiktijd bedraagt bijna 2 ½ uur,
maar de grot is het zeker waard. We dobberen nog wat in de rivier en daarna
is het tijd om het water uit te gaan.
“De
diepe duik in de Ressel met een dubbel 18 op de rug en gebruikt
vanaf de schacht stond al een tijdje op mijn lijstje. Na het behalen
van GUE Cave2, afgelopen februari in Mexico, was het tijd om dit
ten uitvoering te brengen. We gebruikten drie stages, waarvan twee
te gebruiken voor deco en één als travelgas tot aan
de schacht. Niels heeft positie 1, ik positie 2 en Robert is 3 (hij
is tevens deco captain).
Twee stages links en één aan een leash
op de linkerheup D-ring. Laatstgenoemde stage, de zuurstof, zijn
we bij de ingang van de grot al kwijt. Bij het grotduiken nemen
we de stages namelijk niet verder mee dan de MOD van het gas en
wordt de stage dus voor later gebruik achtergelaten aan de lijn.
Op 21 meter wordt de 50/25 op dezelfde wijze gedropt en boven aan
de schacht de stage met het travelgas. Vanaf dit moment zitten we
met zijn allen op ons backgas in de D18.
Op naar beneden en wat wordt die grot hier anders!
Ruw, grillig en de grot opent zich helemaal, zigzaggend. En op die
diepte is helium echt je vriend. :-)
Veel te snel is de bodemtijd van 20 minuten bereikt
en beginnen we aan de terugweg. Deco verloopt volgens planning en
een groot gedeelte kan je zwemmend doen en genieten van de grot.
Het laatste half uur spenderen we op zuurstof in de ingang van de
grot. Gelukkig liggen er wat stenen en takken om mee te spelen en
heb ik kennis kunnen maken met Robert zijn tekenkunsten. Buddy’s,
bedankt voor de duik!” |
|
- Jeroen |
Voor Sander en Anton bleek de duik minder succesvol te zijn verlopen:
een draadbreuk in de primaire lamp van Anton was al in het begin van de
duik reden om de duik te beëindigen. Laten we het er maar op houden
dat het hun dag niet was.
"Het
plan was om naar de vierde T in Ressel te gaan, deze ligt op 1250
meter. We zouden hiervoor een volledige stage gebruiken vanaf de
schacht om vervolgens een andere stage te gebruiken voor de weg
terug. De D20 met backgas zou dienen als reserve en verder niet
worden aangesproken. Ik baal van de lekke scooter, maar na wat rekenwerk
komen we tot de ontdekking dat deze duik ook met één
reservescooter te maken is. We hebben immers ruim voldoende gas
om vanaf het verste punt terug te kunnen zwemmen in het uitzonderlijke
geval dat alle drie de scooters tijdens de duik zouden falen.
Scooterend met zes stages en twee scooters is zelfs
Ressel al snel aan de krappe kant. De stages moeten hun plek een
beetje vinden, wat blijkt als er spontaan een stage van Sander’s
leash afvalt. Het mag de pret niet drukken: het zicht is goed, er
staat nauwelijks stroming… het belooft een mooie duik te gaan
worden tot het plots donker wordt. Net voor de tweede T begeeft
mijn lamp het en is het feest voorbij. Ik doe nog de suggestie om
alle spullen achter te laten, mijn lamp te vervangen om dan de duik
alsnog te maken maar Sander geeft aan dat zoveel materiaalpech tijdens
een duik geen goed teken is. Het is onze dag niet en we breken de
duik af." |
|
- Anton |
Op de kant komen we een paar Britten tegen die met een dubbele Inspiration
rebreather van plan zijn om erg diep de Ressel in te gaan. Ze geven uitleg
over hun materialen; CCR’s, Bonex en Silent Submersion scooters
en een wonderlijk heating systeem dat tevens dienst doet als communicatiemiddel
voor duikers op hun laatste decostop. Leuke lui en we helpen met het in
de rivier plaatsen van hun stages en scooters.
Maandag
Sander en Anton gaan naar St. Sauveur voor een diepe duik. Jeroen, Robert
en ik naar de Landenouse. De omstandigheden zijn goed; mooi zicht, hoewel
het bij de ingang een beetje is verpest door een paar Tsjechische duikers
die iets te vroeg aan de trigger van hun scooter zaten.
“De
St. Sauveur bevindt zich op een erg mooie plek middenin een bos.
We bouwen de sets en de stages op en net voordat ik op mijn slippers
het water in wil stappen om de stages te testen vertelt Nicolette
me van de bloedzuiger van minstens 10 centimeter lang die ze net
zag langskomen. Binnen een tiende seconde sta ik weer op de kant.
We leggen een lijn vanaf de kant zodat we de zuurstofstages
op zes meter diepte aan de lijn kunnen maken. De mainline is een
dik touw dat begint op 20 meter diepte. Als ik me een paar meter
verderop tegen de stroming in moet vechten om door de vernauwing
heen te komen snap ik waarom ze hier zo’n dik klimtouw hebben
opgehangen.
Een grote ronde tunnel voert ons geleidelijk naar
een diepte van 75 meter waar hij horizontaal verder gaat. We gebruiken
een stage met 18/45 als travelgas die we droppen op 60 meter diepte.
Daarna vlakt de helling uit en zwemmen we door de grote tunnel die
wel wat weg heeft van een kleine versie van Cabouy. Tot onze verbazing
treffen we op 72 meter een grote paling aan. Na 10 minuten op diepte
hebben we 50 bar backgas gebruikt en zitten we aan onze turnpressure.
…25 bar per vijf minuten …uit een D20. Het blijft me
verbazen hoe hard het gas gaat op deze diepte. Eigenlijk moet je
hier gewoon duiken met een rebreather.
20 minuten op 75 meter en 10 minuten op 45 meter
voor de afdaling leveren ons een ruim uur deco op die we, in het
gezelschap van de grootste bloedzuigers die ik ooit gezien heb,
door kunnen brengen.” |
|
- Anton |
Dinsdag
Alweer de laatste dag. Jan en Pieter maken een laatste duik in de Ressel
terwijl Robert en Jeroen naar de Truffe gaan om daarna een kijkje te nemen
bij het nieuwe duikcentrum dat Harald Franzen aan het bouwen is in de
Lot.
"Jeroen
en ik besluiten om de Truffe op te zoeken. Om één
of andere reden heb ik nog nooit eerder in deze grot gedoken. Wat
ook meeweegt is dat we geen volle stages meer beschikbaar hebben
en we deze duik gemakkelijk met onze volle D12 kunnen doen. De poel
van de grot is erg helder, maar dat verandert direct als we in het
water stappen. De meeste checks doen we daarom al op het droge,
op de bubblecheck en automatencontrole na. We wurmen ons door de
restrictie van de ingang en komen in het heldere bronwater van de
grot terecht. De tunnel is relatief klein en is erg afwisselend;
heen en weer, op en neer. Op een gegeven moment moeten we ook even
over een richel heen klauteren om vervolgens weer verder te kunnen
zwemmen.
Na de duik pakken we onze spullen in en gaan op
bezoek bij Harald Franzen, een mede-lid van DIR-NL. Hij heeft een
eigen duikcentrum geopend in de Lot; Centre
de Plongée Souterraine.
Hij is in de afrondende fase van de verbouwingen en toont ons zijn
vulstation, droogruimte en eetzaal. Het ziet er veelbelovend uit
en over twee weken zal de eerste lichting duikers op bezoek komen,
afkomstig uit Duitsland en België.” |
|
- Robert |
Sander, Anton en ik hebben het plan om naar Marchepied te gaan. Helaas,
als we daar aankomen, wijzen alle signalen er op dat de landeigenaar niet
wil dat er wordt gedoken: op het pad naar de grot liggen obstakels, er
zijn linten gespannen bij een toegangsweg, de ladder die normaal bij de
ingang staat is weggehaald en er staat bij de ingang ook nog een soort
hekje. Het enige dat eigenlijk ontbreekt is een bordje “verboden
te duiken”. Al snel besluiten we dat dit het dus niet wordt.
Voordat je het weet, heeft de eigenaar er tabak van en stort hij een bak
met grind in de ingang.
We besluiten de Source de Bons te bekijken, een grot waar we nog niet
eerder waren geweest maar die hoog op het verlanglijstje van Sander en
Anton te vinden is. Het vinden ervan heeft de nodige voeten in de aarde.
Eén van de weggetjes die we uitproberen is op een gegeven moment
zo steil dat de koppelingsplaten te ruiken zijn. Met wat lokale hulp vinden
we het uiteindelijk. Deze grot ligt aan het eind van een steil pad door
het bos. Vanwege de modder op het pad kost het wat moeite om in de grot
te komen, maar met dank aan de touwen die Sander en Anton bij zich hadden,
lukt dit uiteindelijk prima.
Het is een heel gedoe om klimmend en klauterend met alle flessen bij
de poel te komen. Maar nadat we eindelijk onze checks hebben gedaan duiken
we de grot in …om na vier meter weer op te duiken in een fraaie
en zeer grote ruimte. Helaas, komen we al snel tot de ontdekking dat voor
de enige manier om verder te duiken een ladder of een touw nodig is, dus
het blijft bij vier meter grotpenetratie... Het mag de pret niet drukken
en een volgende keer nemen we meer materiaal en de sidemount uitrusting
mee.
Op de laatste avond eten we met z’n allen met de eigenaren van
de Moulin. Het was een gezellige afsluiting van een geslaagde trip!
Niels Doorduijn
|