Automaat

Er is geen octopus aanwezig zoals we die kennen bij de conventionele configuraties. Het DIR systeem maakt gebruik van een primaire en een backup automaat. De slang aan de primaire automaat (de automaat in de mond) wordt de "longhose" genoemd. De longhose is 2.10m lang. Dat lijkt onhandig, maar de slang wordt op een slimme wijze om het lichaam gewikkeld zodat je er niets van merkt tijdens het duiken en toch direct beschikking hebt over de volledige lengte als de automaat afgegeven moet worden aan je buddy.
Wanneer de lange slang in een zonder-lucht-situatie wordt afgegeven ga je zelf over op de backup automaat die aan een elastisch koord om je nek hangt, vlak onder de kin. Bij dit systeem gaan we ervan uit dat de duiker in ademnood altijd kan grijpen naar de automaat waarvan hij zeker weet dat hij werkt en waarvan de locatie altijd dezelfde is. Met wat oefening kan de donor de backup automaat zelfs in de mond nemen zonder de handen te gebruiken.
Ook wordt alleen een kleine manometer zonder beschermend rubber behuizing gebruikt. De behuizing verzamelt zand en zout, en ondanks het goed afspoelen van je apparatuur zal de manometer minder lang meegaan.

De dieptemeter en het kompas kunnen beter om de pols gedragen worden.

 
Back-up automaat met elastiek
Backup automaat met elastiek

Single tank configuratie
Configuratie met een enkele fles
 

Eisen aan de automaat zijn de volgende:

  • De eerste trap moet gebalanceerd zijn. Dat wil zeggen dat de automaat ongeacht de diepte hetzelfde blijft presteren.
  • Een DIN aansluiting zorgt voor een beter borging van de O-ring en een betere stroomlijn, omdat er geen INT beugel uitsteekt aan de achterzijde. De DIN aansluitingen van de automaat zijn bij voorkeur 300 bar. Niet dat er met die druk in de flessen wordt gedoken, maar in het buitenland kom je wel 300 bar kranen tegen waar je automaten dan probleemloos op passen. Het is namelijk zo dat 300 bar automaten gemonteerd kunnen worden op 200 bar kranen, maar niet andersom. Verder zorgt een 300 bar aansluiting met de diepere schroefdraad voor een nog sterkere verbinding tussen fles en automaat. Dit geldt uiteraard alleen voor gebruik op een 300 bar kraan.
  • De tweede trap is gebalanceerd voor de lange slang en niet gebalanceerd voor de backup om freeflow te voorkomen.
  • Als je doorgaat richting technisch duiken dan moet de tweede trap eenvoudig onder water geopend kunnen worden om de automaat schoon te kunnen maken en het membraam op zijn plaats te leggen indien nodig.

Geschikte automaten zijn onder andere Scubapro Mk20 - G250/G500/S600 en R380, Apeks DS4 - TX40/50 (en vergelijkbare automaten van Beuchat, Zeagle en Suunto), en Oceanic Delta.
De slangen mogen niet uitsteken. Afhankelijk van de eerste trap heb je specifieke maten nodig. Zo zal bijvoorbeeld de manometerslang op maat besteld moeten worden, omdat deze normaliter veel te lang is. Een gangbare maat hiervoor is 53cm (22 inch). De manometer- en backup-slang worden in principe zó gekozen dat ze precies goed van lengte zijn, dus lang genoeg om functioneel te zijn en niet te lang zodat er geen overbodige lussen ontstaan. Op de afbeelding is te zien hoe je een automaat (Scubapro Mk20) op de juiste manier configureert voor gebruik met een enkele fles. Duidelijk is te zien dat de longhose op de kop van de draaibare kop ('turret') gemonteerd wordt.

1 Stap terug Duikfles Terug naar Recreatief Duiken Terug naar Recreatief Duiken
Manometer 1 Stap verder

 
Print deze pagina
Print deze
pagina