Boei / Hefballon
Technische duikers hebben
altijd een boei bij zich tijdens het maken van diepe- of wrakduiken.
Deze boeien hebben in principe één belangrijke functie:
het doorgeven van je positie aan de boot. Daarom worden ze in het
Engels ook wel 'surface marker buoy' of
'SMB' genoemd. Het doorgeven van de positie
kan tijdens de opstijging, maar bijvoorbeeld ook als je merkt dat
je afdrijft aan de oppervlakte.
In het buitenland wordt ook wel in kleine groepjes gedoken waarbij
men vrij kan opstijgen. Dit voorkomt dat je in de sterke stroming
aan de ankerlijn moet hangen en je kan dan op een comfortabele manier
je decompressiestops maken terwijl je met de stroming mee 'drift'.
Dit noemt men dan ook 'drift-deco'.
Tijdens een dergelijke opstijging kunnen de duikers een boei
oplaten en de boot volgt dan de boeien. Zodra de duikers aan
de oppervlakte zijn worden ze opgepikt door de wachtende boot. Zou
men geen boei oplaten dan kan het nog een lange zoektocht worden
om alle duikers weer aan boord te krijgen en dat is een potentiëel
gevaarlijke situatie.
|
|
Gesloten hefballon
|
In Nederland zal men de stops bijna altijd maken aan de anker- of wraklijn
en dan dient de boei als backup. Mocht je de ankerlijn niet terug kunnen
vinden of om een andere reden de lijn niet kunnen gebruiken en dus een
vrije opstijging moeten maken, gebruik dan direct je boei. Zo kan men
op de boot zien dat er iemand afdrijft tijdens de opstijging en je later
oppikken. Sommige schepen gebruiken hiervoor een aparte boot, de zogenaamde
'chase boat'. Dit is vaak een RIB met één
of twee bemanningsleden. Zeker als er veel duikers aan boord zijn dan
is dit de meest veilige oplossing, want het kan soms lang duren voor de
overige duikers aan boord zijn en men het anker kan lichten om de afgedreven
duikers te gaan ophalen.
Welk soort boei?
Er zijn verschillende soorten boeien. DIR duikers gebruiken bij voorkeur
hefbalonnen als boei, maar je kunt ook een langwerpige boei gebruiken.
Deze laatste is beter te zien in hoge golven, maar niet als deze omvalt
en dat is juist vaak het geval tijdens de decompressie.
Behalve de vorm van de boei is er ook de keuze tussen een open of gesloten
boei:
-
Gesloten
Als je een droogpak
gebruikt, wat meestal het geval is bij technische duiken, dan kun je
een afgesloten boei gebruiken. De boei kan door middel van je droogpakslang
en een speciale nippel worden opgeblazen. Deze methode geniet de voorkeur
omdat het gas zo niet snel uit de boei kan ontsnappen aan de oppervlakte.
De nippel kan eventueel ook gebruik worden om de boei met de mond op
te blazen.
-
Open
Als je duikt met een wetsuit, dan kun je beter een open boei gebruiken.
Je wilt immers niet de enige beschikbare inflatorslang, die van je wing,
loskoppelen om je boei op te laten. Je vult een open boei met behulp
van je primaire automaat.
Boei in storagepack
|
|
Het opbergen van de boei
De boei kun je op verschillende manieren meenemen, maar de boei
is altijd netjes opgevouwen tot een klein pakketje. Een veelgebruikte
methode is om de boei in één van de zakken van het
droogpak
te stoppen, maar het is ook mogelijk om de boei te stoppen in de
storage pack van de backplate.
In dit laatste geval zit de boei met behulp van de boltsnap vast
aan de achterste D-ring van de kruisband. De boei is in ieder geval
nooit aan de buitenzijde van je uitrusting bevestigd.
Heffen van lading
Uiteraard zijn hefballonnen oorspronkelijk ontworpen voor het van
de bodem heffen van lading. Als je dit van plan bent om tijdens
je duik te doen dan zul je hiervoor een extra hefballon mee moeten
nemen. Zo hou je altijd een hefballon beschikbaar voor het geval
je die nodig hebt bij je eigen opstijging.
|
|